La ballade de gens heureux – Gérard Lenorman
Speler A. Je hebt je beste vriend(in) uitgenodigd voor een weekje in dit huisje in Frankrijk. Je voelt je voor het eerst in jaren écht goed: je hebt een nieuwe baan, bent gestopt met drinken, en het leven lacht je weer toe. Je snapt alleen niet waarom Daan zo lauw reageert.
Speler B. Je bent meegekomen, maar eigenlijk is het ongemakkelijk. A was altijd degene bij wie het slechter ging dan bij jou. Dat gaf rust, overzicht, misschien zelfs een gevoel van betekenis. Nu lijkt hij ineens beter in zijn vel te zitten dan jij — en dat schuurt