Dochter: je bent bij je vriendje geweest eten en hij heeft aangeboden je naar huis te brengen. Dan gebeurt er iets vreselijks, jullie worden aangereden. Het enige wat je je kan herinneren is geschreeuw, pijn en je vriendje die je naam roept. Ondertussen is het alweer 3 weken verder, een hele lange tijd heb je in coma gelegen en je bent nu eindelijk zover in je revalidatie dat je weer goed kan praten en denken.
Moeder: jij bent natuurlijk heel erg geschrokken door wat er met jouw dochter is gebeurt. Je moet haar alleen iets heel vervelends vertellen, namelijk dat haar vriendje het auto-ongeluk niet heeft overleeft. Ook is het zo dat ze met opzet zijn aangereden en de dader nog steeds niet is gevonden.