Het kind slaapt nét. Eindelijk. Elk geluidje kan ‘m weer wakker maken. Hij sliep zo moeilijk omdat-ie haarfijn aanvoelt dat jullie al de hele avond kwaad zijn op elkaar en geen woord met elkaar gewisseld hebben. Naar hem poeslief, maar tegen elkaar: niets. Geen woord. Het verlangen is er wel, maar jullie zijn allebei te koppig om als eerste te beginnen. En dat blijft zo. De hele avond.
Wat vanavond wél moet gebeuren is dat de huiskamer nou eindelijk eens ingericht wordt na de verhuizing vorige week, want morgen komen de ouders op visite. Gelukkig is de drank al wel uitgepakt. Uiteraard.