A en B, jullie zijn beide aan het backpacken in Zuidoost-Azië.
A, jouw reis kan niet beter. Je hebt de mooiste dingen gezien, wat je ook allemaal vakkundig hebt vastgelegd op The Gram. Je had de mazzel bij die ene zonsopkomst en de mensen zijn allemaal uiterst vriendelijk. Vorige week heb je, na een fullmoon party, je bovenste hostelbedje gedeeld met die ene leuke persoon. Die was de volgende ochtend weliswaar er vroeg vandoor, maar met jouw geluk weet jij zeker dat je die persoon nog wel tegen zult komen. En verrek. Na en paar dagen te hebben genoten van een gratis upgrade in een pittoresk resort, blijkt op het busstation die ene persoon te staan….
B, jouw reis is kut. Jaren heb je gespaard voor deze levens-veranderende droomreis, maar in plaats van jezelf te vinden, ben je bijna alles verloren. Op dag 2 al was je portemonnee gestolen en je bent al minimaal vier keer afgezet. Je hebt de moed maar opgegeven en het op een drinken gezet. Vorige week ben je nog na een of ander fullmoon feestje met de eerste de beste persoon naar het hostel gegaan. Wat een slechte nacht. Die hoef je nooit meer te zien. En nu sta je hier dan, bij het busstation in een of ander godvergeten oord, op de bus te wachten. Het duurt en duurt, en wie staat daar?