Teddybeer

A en B jullie hebben een relatie. Jullie zijn op vakantie in Gent. B jij hebt een grote fout gemaakt, je hebt iets heel stoms en doms gedaan. Om het goed te maken heb jij een levensgrote teddy beer gekocht voor A. A jij zeult de hele dag rond met deze onhandig grote beer. Je houdt het echt niet meer en de beer valt midden op de vieze straat. A dat is de laatste druppel.