Persoon 1, jij hebt een grote liefde voor het afstruinen van tweedehands winkels.
Persoon 2, jij zou het niet als een grote liefde, maar als een verslaving benoemen. Jullie huis begint vol te raken met goedkope weckpotten, vazen, servies en andere prullaria. Tijdens de lockdown waren de winkels gesloten en zo ook de tweedehandswinkels. Sinds de afgelopen versoepelingen kun jij je hart weer ophalen.
Persoon 2, jij vindt dat de verzameling echt uit de hand begint te lopen en brengt geregeld spullen naar de tweedehands winkel achter de rug om van persoon 1. Dat er tijdens de lockdown niets bij kwam, vond jij heerlijk.
Zodadelijk komt persoon 1 met een nieuwe verzameling binnen, toevallig wat spullen waarvan persoon 1 kon zweren dat die uit haar/zijn eigen bezit kwamen.