When Doves Cry

Persoon 1, jij hebt geen goede jeugd gehad en geen goed voorbeeld in een vader/moeder. Hoewel jij gezworen hebt om het anders te doen dan je eigen ouders, kom jij tot de conclusie dat jij dezelfde fouten maakt als je ouders. Je hebt besloten om je vader/moeder om hulp te vragen zodat je daarna precies het omgekeerde kunt gaan doen.

Persoon 2. jij beseft je terdege dat jij niet het juiste voorbeeld bent geweest voor je eigen zoon/dochter. Met de komst van een kleinkind kreeg jij het gevoel dat je een tweede kans kreeg. Je bent in therapie gegaan om het deze keer anders te kunnen doen.