Jullie werken allemaal in een kleine supermarkt. Het team bestaat uit een paar vaste mensen (jullie) en vooral uit veel parttimers (scholieren). Zo nu en dan hebben jullie “stagiaires”, dit zijn jongeren met mentale problemen zoals autisme.
A en B werken al jaren in de supermarkt en zijn een hechte ploeg. A is vulploegmedewerker en werkt vaak de nieuwe mensen in. B is de filiaalmanager.
Vorige maand kwam C en een nieuwe stagiaire Hassan erbij. Zoals normaal werden ze door A ingewerkt en B schept altijd op dat hij de CEO kent van de keten. C komt enorm enthousiast over om voor de supermarkt te werken, ondanks zijn “oudere” leeftijd en verteld de hele tijd de supermarkt theorieën. Zoals waarom de winkel begint met de groenteafdeling en waarom sommige producten op ooghoogte zijn. Alsof de andere medewerkers zelf niet voor een supermarkt werken…
B runt de zaak al jaren en het loopt gesmeerd. Uiteraard zijn er wel dingen die beter kunnen zoals collega’s die altijd om betere spullen zeuren. A die weer eens komt klagen over een parttimer. Klanten die altijd boos lijken te zijn en de om de manager te spreken. Maar jij ben goede vrienden met de CEO van de keten, dat geeft aan dat jij een goede manager bent.
Gisteren is het misgegaan tijdens het lossen van de vrachtwagen. A was aan het lossen maar Hassan had toen ook even niks te doen, dus besloot mee te helpen met lossen. Terwijl Hassan hielp plaatste hij zijn voet verkeerd waardoor de laadklep zijn voet verbrijzelde. Wat deze situatie nog erger maakt? Een stagiair mag nooit en te nimmer in de buurt komen van de vrachtwagens. Vandaag zijn alle hands on deck om te onderzoeken wat er gisteren precies gebeurd is.