Het jaar is 1894.
De industrialisatie is in volle gang. In de hele wereld worden de meest bizarre uitvindingen gedaan die de hele maatschappij op z’n kop zetten. Schrijvers als Jules Verne vertonen nog meer fantasie en schrijven over reizen naar de maan, onderzeeboten, alles is mogelijk
Aletta Jacobs en Griet Zelle (later bekend als Mata Hari), jullie zijn ambitieuze vrouwen. In Leeuwarden zijn jullie bevriend geraakt en jullie zijn heel enthousiast over deze nieuwe tijd. De maatschappij verandert heel snel en jullie kunnen niet wachten om te zien wat er allemaal gaat gebeuren, zeker ook voor wat betreft de rol van de vrouw in deze maatschappij. Jullie lezen alles wat je maar kunt vinden over de maatschappij, maar ook de boeken van Jules Vernes worden verslonden, wat maakt dat je nóg nieuwsgieriger wordt naar de toekomst.
Op een dag vindt Griet een heel bijzonder boek in de bibliotheek. Het is anders. Het papier is anders. De kaft is anders. Het Nederlands is anders. En in dat boek wordt beschreven hoe je een tijdmachine kunt bouwen. Jullie gaan aan de slag.
Twee jaar later zijn jullie klaar met de kast. Uitgelaten stappen jullie er in en als je de kast uitstapt bevinden jullie je ineens in de zolderkamer van Dolf Wega, die zich verrast omdraait. Hij staat midden in de kamer met een grote bril op z’n hoofd waarop bewegende lichtgevende kleurenfoto’s te zien zijn.
Het jaar is 2034