Persoon 1: jij hebt per ongeluk een belangrijk familie erfstuk naar de kringloopwinkel gedaan, het zat in een kast zonder dat je het doorhad. Je hebt een oproep gedaan om te vragen of de eigenaar van de kast de kast terug wil verkopen (zonder duidelijk te maken dat het erfstuk erin zat).
Persoon 2: Jij hebt de kast gekocht en hebt het erfstuk gevonden. Je weet nog niet of je het terug wil geven.
Jullie zijn een lotgenotengroep. Allen zijn jullie ongewenst kinderloos en hebben veel troost aan elkaar. Waar jullie eigen vrienden vaak vol onbegrip zitten, snappen jullie veel van elkaar. Jullie zijn dan ook vrienden van elkaar geworden en spreken, los van jullie partners, vaak met elkaar af.
Lees verder “Freya”
Persoon 1: Jij bent gelukkig getrouwd, al een hele tijd. Er is alleen één nadeeltje; je partner appt niet gelijk terug. Jij moet soms minuten, kwartieren wachten op een antwoord op jouw gifjes en berichten. Jij hebt al eerder aangegeven dat je dit vervelend vindt. Maar vandaag moest je wel anderhalf uur wachten.
Je besluit Het te bespreken.
Een iets andere whodunnit dan anders:
- je weet over twee andere spelers iets.
- de moordenaar heeft ook de mogelijkheid om door te gaan met het moorden tijdens ons optreden.
We speelden dit online tijdens de lockdown op donderdag 4 maart 2021.
Lees verder “De moord op moeder”
Jullie zijn getrouwd, hebben vier kinderen samen.
Persoon 1 jij bent lang geleden gestopt met werken om bij de kinderen te blijven. Je hebt met veel liefde voor ze gezorgd en het zijn nu vier gezonde pubers.
Persoon 2, jij bent lang geleden verliefd geworden op de secretaresse en hebt besloten om te scheiden van je partner.
Persoon 1, doordat jij een gat op je CV hebt, kom jij moeilijk aan werk en hoewel jullie nu een tijdje gescheiden zijn, kun jij geen eigen huis vinden.
Persoon 2, je wil gaan samen wonen met je nieuwe liefde, dat betekent dat persoon 1 met de kinderen uit huis zal moeten.
A, jij worstelt al een tijd met twee angsten; vliegangst en verlatingsangst.
B, jij worstelt ook met deze angsten, met name omdat jij door A nergens komt. Jij wil al heel lang een reis naar Bali maken, maar laat je tegenhouden door A.
Vandaag heb je het besluit genomen; A moet zich over 1 van zijn angsten heenzetten want jij gaat naar Bali.
Jullie zijn zussen en per toerbeurt dragen jullie de favoriete jurk van jullie overleden moeder. Hij is prachtig en jullie zijn er dol op. Toen jullie moeder overleed liet ze deze dus na aan jullie beiden. Ze schreef dat jullie hem elk jaar op haar verjaardag aan elkaar cadeau moeten doen. Zo hoopte ze dat jullie in contact zouden blijven en daar had ze helemaal gelijk in.
Jullie zijn beste vriendinnen geworden en spreken elkaar bijna dagelijks. Na 16 jaar geven jullie elkaar nog met veel plezier elkaar de jurk. Persoon 1 kreeg hem als eerst en vandaag mag persoon 2 hem weer aan haar teruggeven. Alleen, jullie wisten dat dit moment ging komen, de jurk is kapot gegaan en helaas dit keer onherstelbaar.
Persoon 1 en Persoon 2, jullie werken samen op een groot kantoor in Rotterdam. Jullie werken op dezelfde afdeling PR en zijn nogal plagerig-competitief. Graag troeven jullie elkaar af met jullie goede ideeën en hierdoor ontstaat er tussen jullie een symbiose; jullie houden elkaar scherp.
Persoon 2, vorige week heb jij, zonder dat Persoon 1 dat weet, hem afgeluisterd terwijl hij stond te overleggen met een andere collega in het magazijn. Jij hebt zijn masterplan voor een nieuwe reclame gehoord en je moet zeggen, die is wel erg sterk. Maar nu jij hiervan weet, kun je doen alsof het jouw idee was. Hierdoor zal jullie ‘gelijkwaardige’ relatie wel veranderen. Je merkt dat dit idee je een vervelend gevoel geeft en twijfelt dan ook of je zijn masterplan voor je moet houden of moet doen alsof jij dit hebt bedacht.
Jullie zijn vriendinnen/vrienden, al heel lang.
Persoon A, een tijdje terug heeft persoon B jou (waarschijnlijk onbewust) gekwetst. Je hebt hier destijds niets van gezegd, deels omdat je het niet belangrijk genoeg vond, maar vooral omdat je weet dat persoon B helemaal niet met kritiek om kan gaan. Het zit je echter nog steeds dwars.
Jullie hebben afgesproken in een theehuisje bij B in de buurt.
Lovely Day – Bill Withers
Jullie zijn getrouwd, al 49 jaar.
Persoon 1, jij hebt dementie.
Persoon 2, jullie wonen beiden nog thuis en jij verzorgt Persoon 1 waar dat kan met heel veel liefde.
Jullie vouwen samen de was op, zojuist was het eerste moment dat P1 jou niet meer herkende.