complottheorie

Jullie zijn familie (broer-zusrelatie) en hadden voor Corona een goede band.

Tijdens Corona zijn jullie beiden qua insteek de andere kant op gegaan. Persoon 1 was van het afstand houden, vaccinatie en avondklok. Persoon 2 was van protesteren, ontkennen en complottheorieën. Jullie vonden dit destijds lastig, maar besloten dat het belangrijk was om de band goed te houden.

Nu, een aantal jaar laten merkt een van jullie dat de ander is doorgeslagen (of wel met het veilig houden of wel met complottheorieën). Je besluit de ander hier op aan te spreken.


Jehova

Persoon 1: Jij bent gelukkig getrouwd, al een hele tijd. Er is alleen één nadeeltje; jij wil graag je verjaardag vieren, maar je partner wil hier telkens niet zo veel aandacht aan geven.

Persoon 2: Jij hebt al een tijd een groot geheim voor je partner, iets waar je liever niet open over bent want je krijgt er vaak vervelende reacties over; jouw ouders zijn allebei Jehova’s. Het vieren van verjaardagen, dat vind je niet iets om bij stil te staan. Je verrast je partner liever op andere momenten, zoals vandaag. Gewoon een dag, uit het niets.


Wie was het nu weer?

Jullie hebben al 10 jaar een relatie met elkaar. Maar in die 10 jaar is persoon 1 structureel vreemd gegaan. Persoon 2 komt hier elke keer achter, er volgt een dikke ruzie, persoon 1 belooft beterschap en uiteindelijk vergeeft persoon 2 het.

Elke keer wordt het vergeven moeilijker en elke keer zegt persoon 2 dat het de laatste keer is dat je het pikt.

Persoon 2 is er net achter gekomen dat het weer is gebeurd. Persoon 1 komt zo dadelijk thuis van het werk, jullie vieren vanavond jullie 10 jarig jubileum met een uitgebreid dinertje met z’n tweeën.


No Rain

No Rain – Blind Melon

Persoon 1 en 2, jullie zijn beiden het slachtoffer van een lang leven zonder echte vriendschappen en banden. De een lang gepest, de ander gewoon erg op zichzelf. Jullie kwamen elkaar online tegen op een forum over het telen van meloenen en het klikte. Waar jullie het veel al eens met elkaar waren, was er vorige week 1 punt waar jullie het toch stevig met elkaar oneens waren. Beiden niet gewapend met goede sociale vaardigheden of handvatten in het oplossen van conflicten, knalde dit explosief uit elkaar.

Persoon 1 jij hebt na dit conflict, waar je toch echt wel kapot van was, tegen jezelf wederom gezegd dat jij niet het persoon bent voor vriendschappen.

Maar dan staat persoon 2 ineens aan de deur.


Roofkunst

Persoon 1: In de tweede wereld oorlog is een belangrijk erfstuk van jullie familie door de Duitsers afgenomen. Jij bent hier altijd zeer verbitterd door geweest.

Persoon 2: jij weet dat je grootouders grootste wens is dat het erfstuk terug komt. Na een grote zoektocht heb je het erfstuk gevonden en is het je gelukt om het erfstuk in je bezit te krijgen. Je gaat het dadelijk vol trots aan persoon 1 presenteren. Wat die niet weet is dat de vorige eigenaren het eigenlijk niet af wilden geven, ook jij hebt het dus geroofd.


Rouw

Jullie zijn vrienden. Al een hele tijd. Persoon 1 is vorige maand diens partner kwijt geraakt door een misdrijf.

Persoon 2. Jij maakt je zorgen om persoon 1. Je hebt het gevoel dat persoon 1 door is gegaan na die vreselijk dag. Die is blijven werken en wil het er weinig over hebben. Je begrijpt dat rouw niet altijd hetzelfde gaat maar laatst zei persoon 1 iets wat je is bijgebleven.

Je besluit het gesprek aan te gaan.


Borstamputatie

A jij weet dat je het BRCA1-gen bij je draait, wat de kans op borst- en eierstokkanker aanzienlijk verhoogd. Je hebt regelmatig controles, maar twijfelt de laatste tijd steeds vaker of je je borsten definitief moet amputeren.

Je begint het gesprek hierover met jouw partner B.


Make a wish

Rianne, jij bent jonge moeder en ongeneeslijk ziek. De Make A Wish foundation heeft jouw laatste wens in vervulling gebracht. Je wil graag weten hoe je dochter opgroeit en om haar nog een laatste keer een knuffel te geven. Je mag een uur in de toekomst over 20 jaar zijn en daarna moet je terug. Adinda jij bent de dochter van Rianne.



Ik ben zo benieuwd naar hoe het voelt.

Persoon 1 en Persoon 2, jullie zijn allebei nonnen in een orthodox katholiek klooster.

Persoon 2, jij bent hier als kind zijnde al gekomen en Persoon 1, jij woont nu een jaar in het klooster. Jullie leven sober en houden een ritme aan van 8 uur werken, 8 uur bidden en zingen en 8 uur rust.

Persoon 1, Persoon 2 is jouw mentor en heeft jou al sinds het begin van je komst onder haar hoede genomen. Jullie hebben wekelijk mentor momentjes waarin jullie vrij zijn om zonder het oog van God te kunnen spreken. In jullie vorige mentormomentje kreeg jij het gevoel dat Persoon 2 hier als kind zijnde niet in vrije keus is gekomen. Hoewel de mentormomentjes vooral op jou gericht zijn, besluit jij bij aankomend mentormoment Persoon 2 hier eens naar te vragen.