Vlak buiten Nijverdal, dichtbij Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug, ligt bekende parenclub De Lusthof Lusthof. Sinds de jaren zestig komen veel stellen en individuen naar deze club om van elkaar te genieten. In de jaren negentig wemelde het hier van de bekende Sallanders, Twentenaren en zelfs Nederlanders: wethouders, gedeputeerden, muzikanten, acteurs, cabaretiers – noem het maar op. Als je bekend was en van swingen hield, ging je naar de Lusthof. Je zou kunnen zeggen dat het ging om zien en gezien worden, maar uiteraard houdt iedereen bij De Lusthof discretie hoog in het vaandel. Het gewone volk hoeft niets te weten van de geneugten waar de elites zich aan laven!
Helaas liggen die hoogtijdagen in het verleden. In de vroege jaren 2000 kwam naar buiten dat een oud-gedeputeerde een paar keer langs was geweest, met aan zijn arm een nét iets te jonge dame. Eigenaar Frank Lossebroek en zijn team hadden hier geen weet van, maar, zo was de opinie, ze hadden het moeten weten. Dit schandaal, en de bijbehorende tekortkoming in de discretie van de club, zorgden voor een neerwaartse spiraal. Wat er over is van de Lusthof is vergane glorie. Echt vervallen is het niet, maar de rafelrandjes worden duidelijker. Het velours begint de slijten, de hoekjes worden net iets minder goed gestofzuigd. Toch heeft de club nog klanten, hoewel die steeds ouder worden.
Frank Lossebroek heeft de club nog jaren gedraaid, actief betrokken bij de dagelijkse werkzaamheden. Maar sinds kort is hij teruggetreden naar een rol achter de schermen. Het runnen van de club zelf is overgenomen door zijn dochter Althea Lossebroek. Zij is de bedrijfsleider en gastvrouw van de club. Van achter de receptie heerst zij over dit domein. Direct en kordaat, heeft zij zich na haar studie Tourism Management tot doel gesteld om De Lusthof in volle glorie te herstellen. Niet in de minste plaats omdat ze hele mooie herinneringen aan de club heeft. ‘s Nachts was het een seksclub, maar overdag was het een spannend speelparadijs voor een jong meisje, met alle rare hoekjes en hokjes. Voor het gemak denkt ze dan maar even niet aan de sporen die andere mensen achterlieten als zij in bed lag.
De beveiliging is in handen van Corneel Braakhuis. Een ervaren kracht die hier al jaren werkt. Hij is loyaal richting de club en Frank in het bijzonder, maar niet al te snugger. Jaren geleden, toen Corneel net uit de gevangenis kwam, was Frank de enige die hem een baan durfde geven. Sindsdien heeft hij de misdaad – en de alcohol – definitief achter zich gelaten. Tegenwoordig is hij, overdag, een echte gezinsman, die de foto’s van zijn vele kinderen en kleinkinderen maar al te graag aan iedereen laat zien, inclusief klanten. Ook al is hij meerdere malen gescheiden. Wel praat hij soms een beetje te veel over diezelfde kinderen.
Achter de bar staat sinds enkele maanden Suze Bais. Corneel heeft haar aangeraden. In tegenstelling tot Corneel heeft zij het niet graag over haar verleden. Alles wat zij bereid is te zeggen is dat zij naar Nijverdal is verhuisd voor de liefde, die vervolgens niet werkte. Vreemd genoeg is zij gebleven, maar is haar ex vertrokken. Op het eerste gezicht is ze een rustige vrouw, maar ze heeft een rauw, direct randje en kan, vooral met een slok op, nogal luid worden, waarmee ze onbewust toch verraad dat ze uit Noord-Holland komt. Ze laat niet over zich heen lopen.
De laatste werknemer is Kenny Donkers, die voor de gasten zorgt en achter hen aan schoonmaakt. Hij vervangt gedurende de nacht de gebruikte handdoeken, verschoont de bedden, leegt de prullenbakken – en ruimt verder alles op wat de gasten laten liggen. Hij werkt hier een paar nachten per week. In de weekenden treedt hij als bassist op met Midwinter Sacrifice, een folkmetalband. Hij is een wat schuchtere jongen, die soms iets te vast in zijn hoofd lijkt te zitten. Zijn enige echte ambitie is van Midwinter Sacrifice de grootste folkmetalband van Nederland te maken.
Het is een rustige avond en de medewerkers van De Lusthof komen elkaar regelmatig tegen in de koffiehoek, waar ze praten over het reilen en zeilen in de club.