Christian, jij bent aan het afstuderen en hebt binnenkort een belangrijk examen waar je hard voor aan het oefenen bent. Naast je bevindt zich een bejaardentehuis waar je doorgaans heel erg blij mee bent, want zij zijn heerlijk rustig.
Maar de laatste tijd word jij geteisterd door de harde liefdesgeluiden uit het appartement naast je. Ergens ben je onder de indruk, maar nu je zo’n belangrijk examen voor de boeg hebt, besluit je toch je gêne opzij te zetten en te klagen over de geluidsoverlast.
Gosse, jij bent de single buurman van Christian.
Het werd zomer – Rob de Nijs
Esther: jij hebt een zoon van 19, een cadeautje dat je overhield aan een nachtelijk avontuur met een jochie van 16, jij was destijds 28… Je zoon is een schat, maar zeker niet zo mannelijk als zijn vader toen al was, hij kan je niet eens helpen met het sjouwen van deze dozen!
Paul: de hele ochtend zie je haar al sjouwen, je nieuwe buurvrouw. Iets in haar maakt dat je blijft kijken. Je besluit haar maar eens je hulp aan te bieden.
Jullie zijn een stel dat heel makkelijk geld verdient, de ene in de reclame wereld de ander op de beurs. Degene die op de beurs werkte was zo slim dat hij zelf met de crisis goed kon verdienen aan de beurs. Ze leven voor feesten, drank en drugs. Beide gaan nu richting de veertig, en ze kunnen elkaar goed vinden in deze levensstijl. De vrouw krijgt echter een steeds grotere kinderwens en wil zich meer gaan settelen.
Jullie zijn twee jeugdvrienden en kennen elkaar al heel lang. Jullie hebben het plan opgepakt om een roadtrip te maken van het noorden van Amerika naar het zuiden van Amerika. Avontuurlijk als jullie zijn hebben jullie weinig gepland. Jullie hebben een half jaar uitgetrokken daarvoor. De een heeft lfb uren gespaard, de ander heeft zijn baan opgezegd.
Jullie zijn anderhalve maand op pad. Vandaag hebben jullie vooral saaie snelwegen gezien en jullie gespreksstof is ook bijna op. Tot overmaat van ramp zijn jullie verkeerd gereden. Jullie wilden ouderwets met een kaart de route uitzetten. Uitgeput komen jullie op jullie bestemming aan.
A, jij bent schrijver van beroep. Je timmert leuk aan de weg, doet t al jaren goed met fictie en soms wat non-fictie. Geen Literatuurprijs of knallende verkoopcijfers, en juist daarmee ben jij wel content. Zo kan jij creeeren zoals het uit jouw brein stroomt. Dat werkt, meestal.
B, jij schrijft dag-in, dag-uit je dagboek vol. Al jaren giet jij jouw zieleroerselen in dat ene cachet. Vorige week is er bij jou ingebroken. Je trof jouw huis kaal aan, alles weg. Erger dan dat; jouw schrijfboek was weg. (Dag boek)
A en B, als een soort ouder en kind zijn jullie al jaren het hart van DE SCHRIJVERSvereniging van Deventer. A’s gerenomeerdheid en B’s drive binden deze fanatieke club schrijvers. Vanavond moeten jullie een plan maken voor een televisieuitzending bij Eus’boekenclub in ‘t Burgerweeshuis.
A, jij bent een doorgewinterde politicus van het zuiverste soort én luis in de pels van De Tweede Kamer. Maar de jonge generatie, onder leiding van B, maakt je steeds vaker openlijk belachelijk. Na de aftrap van het nieuwe parlementaire jaar sta je nu, duurzaam als altijd, op de bus te wachten. Naast B.
Jullie hebben al 10 jaar een relatie. Het begon spetterend. De passie spatte er van af. In die tijd hebben jullie elkaar gesteund in moeilijke omstandigheden. Dit heeft jullie band sterker gemaakt. Maar nu is de rust weer gekeerd. De rust is ook verstikkend en alle dagen lijken op elkaar. Jullie hebben net ontbeten en de hele zaterdag ligt voor jullie.
Persoon 1, jij hebt op jonge leeftijd een relatie gehad waaruit persoon 2 is geboren. Jij vond jezelf niet geschikt als ouderfiguur en bent toen persoon 2 twee jaar oud was, in het holst van de nacht vertrokken.
Persoon 2, jouw vader/moeder heeft altijd tegen je verteld dat persoon 1 geen goed mens was en dat jullie beter af waren zonder hem/haar. Je hebt sinds je twee was dan ook geen contact meer gehad met persoon 1. Jouw moeder/vader is twee maanden geleden overleden en vorige week heb je een kaartje van persoon 1 ontvangen met een verzoek tot een ontmoeting.
Vandaag hebben jullie een lunchafspraak en ontmoetten jullie elkaar in een hele lange tijd weer.
A, jij worstelt al een tijd met twee angsten; vliegangst en verlatingsangst.
B, jij worstelt ook met deze angsten, met name omdat jij door A nergens komt. Jij wil al heel lang een reis naar Bali maken, maar laat je tegenhouden door A.
Vandaag heb je het besluit genomen; A moet zich over 1 van zijn angsten heenzetten want jij gaat naar Bali.
Ouder en kind.
Kind, jij hebt van huis uit meegekregen dat ziek zijn hetzelfde is als zwakte tonen. Jouw vader/moeder was altijd stellig; ziek zijn is een keuze. Je hebt dan ook nooit jouw ouder ziek gezien, of wel gezien, maar nooit in bed. Deze ‘mindset’ heb jij overgenomen.
Een van jullie heeft echter nu wel nieuws; die is ongeneeslijk ziek.