Persoon 1, jij hebt op jonge leeftijd een relatie gehad waaruit persoon 2 is geboren. Jij vond jezelf niet geschikt als ouderfiguur en bent toen persoon 2 twee jaar oud was, in het holst van de nacht vertrokken.
Persoon 2, jouw vader/moeder heeft altijd tegen je verteld dat persoon 1 geen goed mens was en dat jullie beter af waren zonder hem/haar. Je hebt sinds je twee was dan ook geen contact meer gehad met persoon 1. Jouw moeder/vader is twee maanden geleden overleden en vorige week heb je een kaartje van persoon 1 ontvangen met een verzoek tot een ontmoeting.
Vandaag hebben jullie een lunchafspraak en ontmoetten jullie elkaar in een hele lange tijd weer.
Persoon 1: Jij bent een persoon van stand. Je hebt je leven hard gewerkt, maar bent ook in het bezit van oud geld.
Persoon 2 is de partner van jouw zoon. Je hebt vandaag voor het eerst kennis gemaakt. Jij vindt persoon 2 te min voor jouw zoon, persoon 2 komt namelijk niet van een familie met aanzien. Jullie praten na het eten wat bij.
Jullie zijn vriendinnen/vrienden, al heel lang.
Persoon A, een tijdje terug heeft persoon B jou (waarschijnlijk onbewust) gekwetst. Je hebt hier destijds niets van gezegd, deels omdat je het niet belangrijk genoeg vond, maar vooral omdat je weet dat persoon B helemaal niet met kritiek om kan gaan. Het zit je echter nog steeds dwars.
Jullie hebben afgesproken in een theehuisje bij B in de buurt.
Jullie zijn een leraar en de directeur van de Looschool. Jullie hebben een beoordelinggesprek.
Adinda de cijfers van jouw leerlingen zijn heel goed, ze zijn bizar goed. Dit was nodig omdat jullie een aantal keer een slechte beoordeling hadden van de inspectie. Maar de cijfers zijn wel zo goed dat dit bij de directeur allerlei vragen bij heeft.
Jules, jij bent een geliefde skileraar. Al jaren straal je op de piste, je leerlingen adoreren je en dat gaat ook regelmatig door tot in de late uurtjes met één van je leerlingen
Robin, vorig jaar liet jij je ook meevoeren door de charmes van Jules en je bent dit jaar terug met hoge verwachtingen en hebt er voor gezorgd dat je ook dit jaar weer in de klas van Jules zit, maar die lijkt zich jou bijna niet te herinneren.
Het is midden in de week als Jules na de après-ski uitglijdt op de besneeuwde trap en de enkel zwaar verstuikt. De hele klas heeft geholpen om Jules naar zijn/haar kamer te dragen en iedereen is vertrokken. Alleen Robin blijft nog wat langer om voor Jules te zorgen
Amanda, jij komt je voorstellen aan je nieuwe buren. Ze hebben de afgelopen tijd flink verbouwd aan hun klushuis, maar het is allemaal erg mooi geworden.
Rianne, jij bent net klaar met de verbouwing, de buren zijn heel geduldig geweest en je hebt een heel bijzonder bedankje in gedachten.
Jullie werken al jaren als collega’s samen. Samen hebben jullie een plan bedacht wat het bedrijf 10.000 euro’s oplevert. Dit hebben jullie aan de directeur overhandigd. Maar je collega heeft gedaan of het zijn idee is.
I’ts the end of the world as we know it (and I feel fine) – R.E.M.
Speler 1: het gaat slecht met de wereld: zure regen, een gat in de ozonlaag, de economische recessie, Ronald Reagan, Margaret Thatcher, Ruud Lubbers, en natuurlijk kan de bom op elk moment vallen. Het zit je dwars en je hebt het er daarom vaak over. Wat kun je doen? Kan je überhaupt nog wel iets doen?
Jouw stiefvader/moeder/zoon/dochter/broer/zus speler 2 is er altijd voor je met een luisterend oor. Maar je vindt hen toch wel erg relaxed onder deze omstandigheden…
Arjen, jij bent trompettist en oefent vaak vanuit huis. De laatste tijd valt het jou op dat wanneer jij begint te spelen het niet lang duurt tot er een tweede partij vanuit van jouw buurhuizen te horen is. Het is prachtig en je probeert al lang te achterhalen wie die mooie tonen maakt.
Als een ware Rattenvanger van Hamelen ben jij op het geluid afgegaan tot je bij het huis van je nieuwe buurvrouw Esther aankomt.
Jullie zijn niet op goede voet begonnen, waardoor je nu twijfelt of je moet aanbellen of niet.
Persoon 1, jouw moeder heeft je voor de coronacrisis opgesloten in de hoop dat jij geen corona zou krijgen. Je zit hier nu al twee jaar en het heeft gewerkt: tot op heden heb jij geen corona gekregen. Maar ja, je leven is afschuwelijk. Je had lang niemand gezien totdat Persoon 2 daar in eens onder aan je toren staat.
Persoon 2, jij komt sinds die ene ontmoeting elke dag even langs. Jullie zijn dol op elkaar en fantaseren geregeld over een leven samen wanneer Corona weg is. Persoon 2, je probeert Persoon 1 al een tijd te overtuigen om los te breken uit de toren. Je wil graag nu al een leven met haar starten.
Wat Persoon 1 alleen niet weet is dat jij niet gevaccineerd bent.