Persoon 1, jij bent na 15 jaar trouwe dienst zojuist plotseling ontslagen. Je hebt je werk altijd met veel plezier gedaan en je ontslag zag je totaal niet aankomen. Er lijkt ook een niet duidelijk aanwijsbare reden te zijn.
Persoon 2, jij hebt zojuist persoon 1 moeten ontslaan. Aangezien persoon 1 ontroostbaar was, biedt je aan met hem/haar mee het pand uit te lopen.
Jullie staan samen in lift wanneer deze plots vast komt te zitten.
Jullie hebben al 10 jaar een relatie. Het begon spetterend. De passie spatte er van af. In die tijd hebben jullie elkaar gesteund in moeilijke omstandigheden. Dit heeft jullie band sterker gemaakt. Maar nu is de rust weer gekeerd. De rust is ook verstikkend en alle dagen lijken op elkaar. Jullie hebben net ontbeten en de hele zaterdag ligt voor jullie.
Persoon 1, jij hebt de nare gewoonte om dingen te ontvreemden van het kantoor.
Persoon 2, jij hebt dit gezien en hebt hiervan als bewijs foto’s genomen. In plaats van persoon 1 aan te geven, ga jij deze foto’s gebruiken om dingen gedaan te krijgen bij persoon 1.
Jullie spreken elkaar het magazijn. Persoon 2, jij hebt zojuist de deur achter jullie op slot gedaan.
Persoon A. jij bent een alleenstaande ouder van 2 volwassen kinderen. Beide kinderen zijn al het huis uit. Je hebt een groot geheim, niet alleen voor hen, maar voor iedereen in jouw omgeving; jij bent erotisch masseur. Je begint zo dadelijk aan je eerste afspraak, iemand die voor het eerst komt. Bij binnenkomst zie je al snel dat het een bekende van je is.
Ouder en kind.
Kind, jij hebt van huis uit meegekregen dat ziek zijn hetzelfde is als zwakte tonen. Jouw vader/moeder was altijd stellig; ziek zijn is een keuze. Je hebt dan ook nooit jouw ouder ziek gezien, of wel gezien, maar nooit in bed. Deze ‘mindset’ heb jij overgenomen.
Een van jullie heeft echter nu wel nieuws; die is ongeneeslijk ziek.
Jules, je hangt voor de buis. Onrustig. Moe. Verdrietig. Een vreemde angst draait om je heen.
Robin, je bent de geest van de partner van Jules. Je kunt het huis niet verlaten en wacht tot je bevrijd wordt. Tot Jules je loslaat.
In de kamer hiernaast begint jullie dochtertje weer te huilen.
Persoon 1: jij loopt elke dag door het park en elke dag, weer of geen weer, zie jij Persoon 2 op een bankje zitten. Vandaag besluit jij naast ‘m te gaan zitten
Jullie maken beiden al drie jaar deel uit van ‘het vergeten zaad’, een lotgenotengroep voor mensen met een anonieme zaaddonnor.
Afgelopen week hebben jullie allebei een brief ontvangen, waarin stond dat bekend is geworden wie jullie vader is, jullie blijken dezelfde vader te hebben. Naast jullie blijkt hij op frauduleuze wijze nog 68 kinderen te hebben verwekt; op last van de rechtbank heeft de donorbank eindelijk openheid van zaken gegeven, waaruit dit is gebleken.
Uit eerdere lotgenotenavonden is duidelijk geworden dat één van jullie in het geval dat hij ooit zijn vader zou kunnen ontmoeten, de wens heeft een intieme band met zijn vader op te bouwen.
De ander heeft juist aangegeven in dat geval er alles aan te doen om de vader geld afhandig te maken.
Zojuist zijn jullie met de brief op zak bij de lotgenotenavond aangekomen, de anderen zijn nog niet gearriveerd.
Dochter: jij bent zoals elke dinsdag avond bij jouw vriendje geweest om samen op zijn kleine zusje te passen, alleen gebeurde er iets erg onverwachts. Er werd namelijk ingebroken en ze hebben jouw vriendje neergeschoten, recht voor jouw ogen. Je kon zijn zusje nog net op tijd halen en stiekem ontsnappen. Inmiddels is het 1 week later, jouw moeder is al die tijd op vakantie geweest en je hebt er alles aan gedaan om haar te bereiken, tevergeefs.
Moeder: jij bent lekker een weekje op vakantie geweest en je hebt alles van thuis achter je gelaten, zo ook jouw dochter. Geen idee van wat er zich thuis allemaal afspeelde heb je nooit op de berichten, emails, telefoontjes, brieven en al het andere gereageerd. Nu kom je thuis en wil jouw dochter niet eens hallo tegen je zeggen, tijdens het eten vraag je wat er aan de hand is.