Eén van onze eerst geschreven Nachtgastenverhalen. Een verhaal over een eerder heel succesvol Curlingteam. Tot de dood van één van de spelers ze uit elkaar dreef. Een verhaal over vertrouwen, talent en rivaliteit. Een nachtgastenverhaal voor 5 personen. We speelden dit verhaal tijdens trainingsavonden.
Bob Dorst (coach)
Stef Pietersen (aanvoerder)
Julia Breitner (speler)
Meike de Vries (speler)
Joram van der Zee (reservespeler)
Nancy Talor (speler) †
Curling, een precisiesport. Een sport die in de curlingwereld ook wel ‘The Roaring Game’ wordt genoemd. Naar het geluid van frictie tegen het ijs. Buiten de curlingwereld heeft de sport een minder populaire naam en zonder Wilhelm Breitner, was curling nooit bekend geworden in Nederland en was dit verhaal er nooit geweest. Wilhelm Breitner heeft namelijk, na een succesvolle Jeu de Boules carrière in Duitsland, het curling op de kaart gezet in Nederland. In Utrecht richtte hij in 1996 de eerste curlingbaan op. Vlak daarna in 1998 werd curling voor het eerst een olympische sport en zijn curlingbaan werd een groot succes. Er werden curlingsporters getraind en in 2006 had het Nederlandse Curlingteam de bloei van hun carrière. Er werd zilver gewonnen, op een haar na goud, maar dat ging naar die verrekte Canadezen. Het Nederlandse team sprak af het over 4 jaar beter te doen.
Vier jaar lang werd er keihard getraind. Bob Dorst was coach van het eerste uur, streng maar ook joviaal, soms een beetje te joviaal. Waar hij eerst deel uit maakte van het team, werd hij in 2008 de coach en trainde het team bestaande uit; Stef, Julia, Meike, Nancy en Joram. Hij loodste dit team naar de oefenwedstrijden voor het WK. Het team stond er goed voor, maar onzekerheid nam na wat verliezen de overhand. Het team voelde zich zwak en kwamen twijfels en onzekerheden naar boven.
Maar toen was daar Stef Pietersen, die een ontroerende en oppeppende speech gaf waarmee hij het hele team bij elkaar kreeg. Bob bedacht zich geen moment, dit was de rechterhand die hij nodig had om goud op de spelen te kunnen bereiken, hij maakte Stef daarop aanvoerder. Stef vervulde zijn rol goed: hij zorgde er voor dat iedereen geconcentreerd bleef en regeerde soms samen met Bob Dorst met harde hand. Bob en Stef hadden het team tot zo’n hoogte weten te krijgen, dat ze in 2006 de meest serieuze tegenstander van de Canadezen waren. Het team kreeg er vertrouwen in, precisie kregen ze, iets wat bij het vorige wedstrijden onder maat en daardoor funest was. Het team werd beter dan ooit en plaatste zich voor het WK. Ze gingen met een goed gevoel naar de Olympische spelen van 2010 in Vancouver.
Na de eerste wedstrijd, die erg sterk gespeeld werd, er werd zelfs al gesproken over de beste in historie, gebeurde iets afschuwelijks. De 26jaar jonge, half-Canadese, Nancy Talor werd dood gevonden in de Nederlandse kleedkamer. Tijdens de sectie werden doping middelen gevonden en de doodsoorzaak overdosis werd vast gesteld. Het Nederlandse team, dat op zijn top had gescoord en gepresteerd werd gediskwalificeerd. Weer ging Canada er met de winst van door. Maar dat was de laatste zorg voor het Nederlandse team, het verlies van een dierbare vriendin, ploegmaatje en partner viel zwaar. Na dit verlies speelde het team nooit weer samen. Ieder ging zijn eigen weg.
Stef Pietersen, aanvoerder van het team, ging terug naar zijn carrière in de zorg. Hier werkte hij eerst als psychiatrische hulpverlener en nu werkt hij in internaten om ontspoorde jongeren weer discipline aan te leren. Elk jaar initieert hij een ontmoeting met de oude ploeg. Dit jaar is het een bijzondere; hij gaat morgen trouwen! Dit is zijn pre-party/vrijgezellenfeest en die wil hij graag met zijn ex-ploegmaatjes doorbrengen.
Voor coach Bob Dorst hakte de dood van Nancy hakte er hard in. Had hij iets over het hoofd gezien? De vraag bleef hem kwellen en leidde er toe dat hij na de Spelen in Canada bleef. Hij zette drie jaar lang geen voet meer op Nederlandse bodem. Hij kon het niet opbrengen terug te keren naar dat benauwende landje.
Toen hij drie jaar als coach in Vancouver had doorgebracht, werd hij door het IOC gevraagd terug te komen naar Nederland om zitting te nemen in het vaste IOC bestuur. Hij kreeg de leiding over het team dat als doel had de minder populaire sporten, zoals Curling, naar een hoger niveau te tillen. Terug naar Nederland, terug naar pijnlijke herinneringen. Vanaf dat jaar ging hij ook naar de jaarlijkse reünie van het curlingteam, dat trouw door Stef werd georganiseerd. Met lood in zijn schoenen. Bob werkt nog steeds voor het IOC.
Joram van der Zee, reservespeler van de ploeg, was altijd de stabiele kracht in het team geweest. Hij wist nooit echt het niveau te halen van de rest van het team, Hij wist dit zelf maar al te goed en als hij dan mocht invallen dan zette hij zich volledig in. Soms kon hij dan boven zichzelf uitstijgen en wist hij beslissende punten te maken. Met tegenslagen kon hij minder goed omgaan. Joram kon erg boos worden. In een boze bui zonderde hij zich meteen af en was er geen contact met hem mogelijk. Ook als hij niet gespeeld had en het team won leek hij daar erg van te genieten.
Naast de trainingen leerde niemand hem echt goed kennen, hij liet nooit wat los over zijn privé situatie. Alleen met Julia sprak hij soms na de trainingen. Na het uiteenvallen van de ploeg sloot Joram zich aan bij het leger waar hij kok werd. Hij is meerdere malen uitgezonden geweest naar oorlogslanden.
Pionier Wilhelm Breitner, die curling op de kaart had gezet in Nederland, had een dochter Julia Breitner.
Julia werd meegesleurd in het curlingvirus van haar vader en heeft haar hele tienerjaren opgegeven voor de sport. Ze is de beste Nederlandse curlster aller tijden geworden. Waar ze eerst wat meer een loner was, heeft ze zich na het verlies van 2006 meer op het team gericht. Ook leek ze close met Nancy en in 2010 deelde ze tijdens het toernooi de kamer met haar. In 2012 overleed Wilhelm Breitner zeer plotseling en erfde Julia de curlingbaan. Helaas was de sport impopulair geworden door het overdosis incident. Amper 2 jaar lukt het Julia om de baan in de lucht te houden. Uiteindelijk heeft ze het laten verbouwen tot bowlingbaan en dit draait redelijk. Als manusje van alles besteedt ze haar dagen hier.
Meike de Vries was een van de beste spelers binnen het curling team. Ze was perfectionistisch en zocht altijd naar uitdagingen en verbeteringen. Dat past uitstekend bij deze sport. Iedereen kende haar bekende uitspraak: “elke fucking halve millimeter telt”. Ze lag goed bij iedereen in het team en ze zag de medespelers als haar familie. Ze was altijd als eerste bij de training en ging als laatste ook naar huis.
Maar privé deed Meike het ook goed, getrouwd en een leuke parttime baan als marketing manager bij een bouwketen. Parttime, zodat ze zoveel mogelijk tijd over zou hebben voor curling. Kinderen heeft ze nooit gehad, daar was zowel zij, als haar man (Johnny Felixen) te druk voor.
Na de dramatische dag in 2010 verdween Meike vrij snel uit het zicht. Tot de trouwdag van Stef in 2016 heeft niemand haar meer gezien noch iets van haar gehoord.
Jullie maken je op voor het feestje van Stef Pietersen en zijn benieuwd naar de anderen en hun verhalen.
Kledingtip: Feestelijk.