EM, jij bent goed in je werk en hebt het ver geschopt. Het lijkt je allemaal aan te komen waaien; daar geniet je flink van en maak je ook goed gebruik van.
DT, jij bent er eentje van 12-steden, 13-ongelukken. Gelukkig heb jij een financieel sterke basis door jouw familie. Los van al jouw fiasco’s weet jij je altijd te presenteren als een zelfbewuste, sterke persoon. Met groot succes.
DT en EM, jullie mogen elkaar zeker niet; wel hebben jullie al jaren een lucratief bondje. Dat legt jullie geen windeieren. Tot nu toe. DT, terwijl jij vandaag een groots succes viert, heb jij EM, een heel dom gebaar gemaakt. Online word je afgemaakt. En juist in de periode kan jij DT niet ontwijken.
(Jullie staan nu heel even op de enige plek van rust, naast elkaar.)
Persoon 1, jij bent jaren geleden verzwolgen geraakt door een loverboy. In de trance van de loverboy heb je gebroken met je familie en vrienden en vreselijke herinneringen opgebouwd. Een die je gewaarschuwd had voor ex was persoon 2.
Voordat jullie het contact verbroken hebben jullie een grote ruzie gehad. Persoon 2 waarschuwde je, maar jij wilde niet luisteren. Je hebt je los weten te breken uit de klauwen van je ex en bent met veel moeite weer opgenomen door je familie.
Persoon 2 heb je al die tijd niet gezien, tot jullie elkaar tegen het lijf lopen bij de diepvriesafdeling van de supermarkt.
One way or another – Blondie
Nynke, na een huwelijk vol tumult heb jij gekozen om weg te gaan bij jouw man, de vader van Julia. Jullie hebben geen contact meer en zitten in een vechtscheiding. Julia heeft het daar erg moeilijk mee, met name omdat jij niet wil dat zij hem ziet. Jullie hebben er veel ruzies over en je hebt haar zojuist in volle woede naar haar kamer gestuurd.
Je hebt er even over na kunnen denken en begrijpt dat de situatie voor Julia ook heel moeilijk is. Je besluit het goed te maken, een goed gesprek te hebben en hebt iets speciaals voor haar meegenomen. Julia, jij hebt in die tijd een rugzak vol spullen gepakt en wil net uit het slaapkamerraam klimmen wanneer de deur van je kamer open gaat.
Persoon 1, jij hebt een grote liefde voor het afstruinen van tweedehands winkels.
Persoon 2, jij zou het niet als een grote liefde, maar als een verslaving benoemen. Jullie huis begint vol te raken met goedkope weckpotten, vazen, servies en andere prullaria. Tijdens de lockdown waren de winkels gesloten en zo ook de tweedehandswinkels. Sinds de afgelopen versoepelingen kun jij je hart weer ophalen.
Persoon 2, jij vindt dat de verzameling echt uit de hand begint te lopen en brengt geregeld spullen naar de tweedehands winkel achter de rug om van persoon 1. Dat er tijdens de lockdown niets bij kwam, vond jij heerlijk.
Zodadelijk komt persoon 1 met een nieuwe verzameling binnen, toevallig wat spullen waarvan persoon 1 kon zweren dat die uit haar/zijn eigen bezit kwamen.
Jullie zijn al jaren vrienden, dit is al vanaf de basisschool. Jullie zijn in dezelfde stad gaan studeren en gaan daar ook regelmatig stappen en komen ook regelmatig bij elkaar op bezoek. Nu zijn jullie bijna bezig met af studeren op het hbo. Maar jouw vriend maakt er steeds meer een potje van. Lang stappen veel verschillende vriendjes veel drinken en veel spijbelen.
Jullie zijn vriendinnen/vrienden, al heel lang.
Persoon A, een tijdje terug heeft persoon B jou (waarschijnlijk onbewust) gekwetst. Je hebt hier destijds niets van gezegd, deels omdat je het niet belangrijk genoeg vond, maar vooral omdat je weet dat persoon B helemaal niet met kritiek om kan gaan. Het zit je echter nog steeds dwars.
Jullie hebben afgesproken in een theehuisje bij B in de buurt.
Jules en Robin, jullie zitten allebei op een bankje bij de zandbak te kijken naar jullie kinderen.
Jullie raken aan de praat en kennen elkaar ergens van vroeger, maar komen er maar niet achter waar jullie elkaar van kennen. De roeivereniging? De jeugdsoos van de kerk?
Robin, jou begint zo langzamerhand iets te dagen en je herinnert je weer dat je vroeger een enorme hekel had aan Jules, al lijkt dat nu toch wel echt een leuk iemand te zijn.
Jullie kinderen beginnen inmiddels steeds meer met zand naar elkaar te gooien.
Jullie zijn moeder en zoon/dochter. Je zoon is al 19 en begint steeds meer zijn eigen boontjes te doppen. Nu heb je gehoord dat je zoon bedreigd wordt door een aantal mensen van het clubje waar je zoon sleutelt aan zijn auto.
Zoon, jij sleutelt graag aan je auto, je hebt van iemand van het groepje een set bumpers gekregen. Maar achteraf kreeg je hier veel gedoe mee. Die jongen die zegt dat je moet betalen terwijl het leek of jij de bumpers gratis kreeg. Je hebt je moeder wel iets verteld maar wil haar ook niet te veel belasten. Je bent immers volwassen.
Persoon A, 2 jaar geleden ben jij naar Nederland verhuisd omdat dat het geboorteland is van jouw vader. Nederlands vind je maar een moeilijke taal en op school word je vreselijk gepest. Vandaag ben je na school in elkaar geslagen.
Persoon B, jij bent de vader van persoon A. Eigenlijk dacht je dat jouw dochter het wel fijn vond in Nederland maar nu jouw dochter met een wond in haar gezicht thuis komt wil je toch wel weten wat eraan de hand is.