Vastgeroest

Twee collega’s die in de zorg werken. Jullie werken al 8 jaar samen. De ene is de leermeester van de ander geweest. Beide waarderen elkaar omdat ze in verschillende situaties goed samen hebben gewerkt en moeilijke klussen hebben geklaard. De ene heeft alles al mee gemaakt en ziet nieuwe ontwikkelingen niet zitten, hij werkt ze tegen en geeft er op af. 

De ander wil zich en de werkomgeving verder ontwikkelen en begint zich steeds vaker te ergeren aan de vastgeroeste collega.


Magic waterfalls

Jullie zijn 2 vrienden op kampeervakantie.

Persoon 1 heeft als real life Indiana Jones echt de tijd van zijn/haar leven.

Persoon 2 heeft al 4 nachten bijna niet geslapen, is verbrand en zit onder de muggenbulten

Toch doen jullie nog een laatste poging voor een hike naar de ‘magic waterfalls’.


Geen contact

Jullie zijn broer/zus van elkaar, maar spreken elkaar al jaren niet meer. Jullie hebben vorige week een telefoontje gekregen van een buurvrouw van jullie moeder, met wie jullie al jaren vervreemd zijn.

De buurvrouw deelden jullie mee dat jullie moeder is overleden en al 4 maanden in het huis lag. Toen de buurt een aanhoudende lucht rook, heeft de buurvrouw de politie ingeschakeld.

Jullie lopen nu door het huis, een speciaal schoonmaakteam heeft het al onder handen genomen.


Jongen, ik wil er het beste van maken.

Persoon 1, jij kampt al 30 jaar met een alcoholverslaving  Het heeft je gezinsleven verwoest en hoewel jij al meerdere pogingen hebt gedaan om te stoppen, is het je tot op heden niet gelukt. Hierdoor hebben jouw 5 kinderen en 2 ex-vrouwen het contact met jou verbroken.

De enige met wie je nog contact hebt, is je jongste zoon Persoon 2. Hij is jouw alles en voor hem doe je alles. Dus toen hij een tijdje terug vroeg of hij bij jou in mocht wonen, heb je gelijk ja gezegd. Helaas blijkt, zo vader zo zoon, want kort nadat jullie samenwoonden, biechtte Persoon 2 tegen je op dat ook hij een alcoholverslaving heeft.

Jullie komen zo dadelijk allebei thuis na een nieuwe afkickpoging. Persoon 1 voor jou de zoveelste, Persoon 2 voor jou de eerste.


Vader Valentijn

A, Jouw moeder heeft sinds 2 jaar een nieuwe vriend. Eerst had jij een vijandige houding. Deze uitdaging ging langzaam over in een flirt. Je kijkt erg tegen hem op. Jouw voorbeeld. Over de tijd werden je gevoelens steeds sterker en kun je je geen toekomst voorstellen zonder hem aan je zijde.

B, jij probeert voor Valentijnsdag morgen een liefdesbrief te schrijven aan je partner, alleen jij bent niet zo romantisch, je vraagt je stiefdochter om hulp. A, als je de liefdesbrief dicteert kun je je gevoelens niet langer binnenhouden.



Live your dream

A, jij kan het verschil tussen wakker zijn en dromen niet goed onderscheiden. Jij denkt nu dat je droomt, en doet daarom dingen die je in het echt nooit zou doen. Dit loopt dan ook erg uit de hand.

B, jij staat versteld van wat er voor je neus gebeurt.


Buschauffeur

A na een lange dag werk stap jij de bus in, je sukkelt langzaam is slaap. Als je wakker wordt, zit er niemand meer in de bus. De bus staat stil naast een weggetje bij een verlaten weiland. Ben je ontvoerd? Je snapt er niks van. Dan zie je dat de buschauffeur er nog wel zit. Hij/zij huilt zachtjes.

B jij bent die buschauffeur.


Heilstaat

Persoon 1 (vader/moeder): in de vroege jaren tachtig was jij universitair onderzoeker in West-Duitsland.  Op een dag hebben je partner en jij jullie kinderen halsoverkop meegenomen naar Oost-Duitsland, onder het mom van een dodelijk zieke oma. Bij het tankstation op de weg naar Berlijn bleken er echter Stasi-agenten te wachten en vertelden jullie het echte verhaal: jij was voor de DDR. Omdat jullie op het punt stonden gearresteerd te worden, zijn jullie naar Oost-Duitsland gevlucht.

Persoon twee (kind): jouw broer/zus was meerderjarig en kon dus op eigen houtje terug naar de BRD. Jij moest echter blijven en werd met je ouders DDR-burger. Je ouders beloofden je dat het daar het paradijs was, maar al snel realiseerde je, dat niets minder waar was. Je weet niet of je ouders hetzelfde dachten.
Lees verder “Heilstaat”


Sitting on the dock of the bay

Speler 1, jij zit op je oude dag te genieten van een biertje in de zon. Je bent een gepensioneerde scheepsbouwer en bekijkt op je gemak de schepen die voorbij komen. Denkend aan vroeger komt er ineens een oude bekende je tegemoet gelopen.

Speler 2, jij bent vroeger jong getrouwd met speler 1 en al snel kregen jullie kinderen.

Speler 1; jij kwam op een dag terug van het werk en trof daar niemand mee aan. Van de een op de andere dag waren je partner en kinderen weg. Je hebt nooit meer iets van ze gehoord. Tot vandaag.

Speler 2; vandaag besluit je je oude geliefde op te zoeken om uit te leggen wat er al die jaren geleden gebeurd is.